Een legale casino-industrie

In 2019 werd onlinegokken gelegaliseerd met de Wet Kansspelen op afstand. In de branche was tot dat moment vooral het staatsbedrijf Holland Casino dominant, dat sinds 1976 lange tijd het enige legale casino was. Na Holland Casino ontstonden in Nederland ook kleinere casino’s, die net als de veertien vestigingen van Holland Casino gericht waren op verantwoord gokken. Inmiddels heeft de Wet op de Kansspelen ook het ontstaan van een onlinecasino-industrie mogelijk gemaakt. We vertellen hier meer over de recente ontwikkelingen in de casinowereld.

Verschuiving in de Nederlandse casino-industrie

De Nederlandse gokmarkt is de laatste jaren steeds meer van een fysieke naar een online-omgeving verschoven. De overheid wilde in het verleden met Holland Casino het gokken reguleren. Ook de huidige onlinecasino’s zijn verplicht om een vergunning aan te vragen bij de KSA, de Nederlandse Kansspelautoriteit. De aanvragende casino’s moeten namelijk een spelomgeving garanderen die veilig en eerlijk is. De verwachting is dat gokbedrijven die aan de strenge maatregelen voor verantwoord gokgedrag kunnen voldoen de komende tijd steeds succesvoller zullen worden. De casino’s zijn verplicht om 29% belasting te betalen op hun inkomsten.

Groei van de onlinemarkt

De onlinecasino’s vormen een alternatief voor de fysieke casino’s. De markt groeit enorm, wat te danken is aan het gemak van de gokervaring, maar ook aan de spectaculaire vernieuwingen in het spelaanbod. Zo worden er steeds meer spellen gecreëerd die een realistische spelervaring mogelijk maken. Het inzetten van Virtual Reality, interactieve mogelijkheden en echte casinodealers is hierbij in opkomst. De techniek van Augmented Reality maakt het bijvoorbeeld mogelijk om digitale beelden over de werkelijkheid te projecteren, waardoor het voor spelers net is alsof ze zich in een echt casino bevinden. Naast innovatieve spellen zijn ook de traditionele spellen, zoals poker en roulette, nog steeds erg populair. Ten slotte is de verwachting dat ook sportweddenschappen steeds meer via onlineplatforms gaan plaatsvinden.

De verplichting tot bescherming van de speler

Er zijn steeds meer aanbieders op de onlinegokmarkt die nieuwe spelers willen lokken met leuke spellen en aanlokkelijke bonussen. Een investering in kwaliteit en veiligheid is echter heel belangrijk als de online-aanbieder een sterke positie in de markt wil verwerven. De overheid wil graag dat deelnemers aan online spellen zich bewust zijn van de risico’s. De onlinecasino’s zijn daarom verplicht om de spelers van heldere informatie te voorzien. Daarnaast moeten de casino's met de hulp van verslavingsdeskundigen op tijd ingrijpen als spelers een verslaving dreigen te ontwikkelen. Een andere regel is dat reclames en bonussen voor risicovolle spellen zich niet mogen richten op deelnemers onder de 24 jaar. Op de beste casino top 10 vind je een actueel overzicht van betrouwbare goksites, die een vergunning hebben van de Kansspelautoriteit.

De mogelijkheden van een live-casino

Veel mensen vinden het nog steeds leuk om hun geluk te beproeven in een landbased-casino, oftewel een fysieke goklocatie. Wie echter het comfort van de eigen bank thuis en de interactie van een echt casino wil combineren, heeft tegenwoordig talloze mogelijkheden. In een live-casino heb je namelijk in een authentieke sfeer contact met andere spelers en met professioneel geklede dealers. Doordat de acties live voor je ogen plaatsvinden, krijg je bovendien een beleving die gebaseerd is op meer transparantie en eerlijkheid.

Leiderschap is meer dan alleen een kennisvoorsprong, meer werkervaring of meer opleiding. Leiderschap is ook iets anders dan alleen maar een bepaalde positie bekleden.

Er is zelfs een woord voor om dit duidelijk te maken. Formeel leiderschap en informeel leiderschap. Formeel leiderschap gaat wat er over in jouw contract staat. Dan heb je ook vaak een titel zoals manager of iets dergelijks. Informeel leiderschap gaat over het kunnen uitoefenen van invloed. Ga maar eens na, in jouw werk of in je privé situatie. Je kunt ze zo aanwijzen, die mensen die op de een of andere manier altijd invloed weten uitoefenen. Sommige mensen krijgen beter dingen voor elkaar dan anderen. Waar zit dat in?

Ditzelfde onderscheid kun je maken, door het te duiden als taak (formeel) en als rol (informeel). Ook jij hebt op jouw werk en in jouw privéomgeving een taak een rol. Je kent ze vast: die mensen van wie je weet dat ze altijd even komen vragen hoe het nou echt met je gaat. Dat is niet zozeer een taak, maar wel een rol. Bijvoorbeeld wel de rol van teamverzorger. Of denk aan de rol van de antagonist. Diegene die altijd tegenspreekt wat de meerderheid vind. Dit kan als heel irritant ervaren worden, maar soms is het heel effectief. Soms is het heel goed dat iemand het lef heeft om zich uit te spreken tegen het meerderheidsstandpunt. (Meer hierover vind je in het gedachtegoed van “deep democracy”.

Leiderschap zit dus op zowel formeel als informeel niveau.

Het meest effectief is het, als leiderschap op formeel en informeel niveau met elkaar op één lijn ligt. Ofwel: dat een leider niet alleen maar de titel en de positie heeft, maar ook het respect en de invloed van de groep.
Of dat de formele leider zich bewust is van het informeel leiderschap in de groep en dat weet in te zetten om de organisatiedoelstellingen te behalen. Een open cultuur te creëren, waarbinnen een ieders invloed bespreekbaar is. Dat is best complex, veel managers zijn er niet toe in staat om dit effectief te doen.

Als je om je heen kijkt in organisaties, zie je dit heel vaak fout gaan. Dat degene met de meeste ambitie, en de meeste decibels manager wordt. Maar leiderschap gaat om meer dan dit. Leiderschap is een balans tussen dienen en heersen. Als het teveel gaat om jouw persoonlijke ambitie, dan is dit voelbaar voor mensen om je heen.

Een heel mooi principe uit onder andere de defensie omgeving. Is wat ze noemen: “lead by example”. Voorbeeldgedrag dus en ook dit wordt lang niet altijd goed begrepen. Zo kunnen managers van een team die feedback willen stimuleren, dit doen door heel veel feedback te geven. Ik blijf dit overal zeggen: als je als manager feedback wilt stimuleren, moet je er ruim om vragen niet heel veel gaan geven.

Want als er geen feedback gegeven wordt, is daar een goede reden voor! Waarschijnlijk voelen mensen zich niet veilig, of is er onduidelijkheid over het proces dan wel de taakverdeling.

Leiderschap gaat dus om congruentie. Dat je zegt wat je doet en dat je doet wat je zegt. Dat je niet alleen geïnteresseerd doet in je mensen, maar het ook echt bent. Daarmee straal je absolute betrouwbaarheid uit, waarmee mensen zich veilig voelen en gaan bloeien.

Daarnaast gaat leiderschap ook om communicatie. Wist je dat maar 7% van communicatie bepaald wordt door woorden? Al het andere gaat dus om intonatie en lichaamstaal. Lichaamstaal is 55% van onze communicatie. (Reken jij zelf even de rest uit )

En dus zit leiderschap in je lijf. In wat jij uitstraalt. Geloof me: als jij je onzeker voelt vertelt jou lichaam dat aan de buitenwereld. Als jij twijfelt aan jezelf, is dat voelbaar voor mensen die met jou praten. En ze kunnen het niet altijd uitleggen, maar het gebeurt heel vaak dat mensen een “niet-pluis” gevoel hebben. Op de één of andere manier komt de boodschap niet over. Het grappige is dat kinderen en dieren hier heel gevoelig voor zijn.

Zo bestaat er ook paardencoaching. Paarden zijn prooidieren, en zullen bij onveiligheid in de paniek modus schieten. Daarmee zijn ze prachtige spiegels voor wat jij uitstraalt. Want aan taal hebben ze niet zoveel.

Vechtsport als leerinterventie

Je kunt ditzelfde thema: leiderschap vanuit je lijf, heel goed middels vechtsport gewaarworden. Je kunt iets ontdekken over jezelf en je onbewuste patronen. Als je vechtsport inzet op de juiste manier, zul je ontdekken dat je er nieuwe dingen uit kunt leren over jezelf.

Over wat jij doet met je lichaam als je wordt geconfronteerd met nieuwe situaties. Ben jij eigenlijk bewust van je ademhaling, je beweging en je kracht? Hoe bewuster jij je bent van je lijf, hoe effectiever jij dit kunt inzetten in je communicatie. En dus kun je via deze manier een krachtiger leider worden.

Dit is wat je dus niet leert op school. Er bestaat trouwens niet echt een opleiding voor leiderschap. En dat is logisch! Leiderschap is wel iets wat je kunt ontwikkelen, het is een set en vaardigheden die je grotendeels kunt leren. Natuurlijk zijn er de geboren leiders, van nature krachtige communicators. Je kent er vast wel een, die het altijd makkelijk af lijkt te gaan om een groep aan te sturen.

Maar dat het niet vanzelf gaat, is geen excuses om er niet aan te werken. Als jouw ambitie is om iets te brengen in de wereld, werk aan je leiderschap. Word je bewust van je lijf, zodat je een krachtige leider zijn voor je omgeving.

Door kaarten te tellen, kun je als speler bijhouden welke kaarten al zijn uitgedeeld en welke nog niet. Dit kan bijvoorbeeld bij blackjack heel goed van pas komen. Wanneer je weet dat er relatief veel hoge kaarten in het spel zijn, is de kans namelijk groot dat de croupier meer dan 21 punten krijgt en kapot gaat. Hoe dat precies werkt, leggen we uit in dit artikel. Continue reading…

De verkeersregels in  Nederland veranderen nog wel eens. Vaak, zo zegt de regering, om het verkeer veiliger te maken. Het is namelijk een feit dat we ons met steeds meer mensen op de weg begeven. En al die auto’s, vrachtwagens, motors, scooters, fietsers en voetgangers moeten altijd zo veilig mogelijk op plaats van bestemming aankomen. Ook speelt het milieu (denk de stikstofcrisis) een steeds grotere rol in de beslissingen over verkeersregels. Zo mogen we binnenkort op de snelweg nog maar 100 km/u. De regels waar scooters zich aan moeten houden, worden ook regelmatig aangepast. Het is dan ook niet altijd even duidelijk meer waar de scooter op de weg hoort: op het fietspad, op de weg, en hoe hard mag je eigenlijk nog? Tijd om de regels eens op een rijtje te zetten, wanneer mogen scooters nu wel of niet op het fietspad?

Het verschil tussen een bromscooter en een snorscooter

Om te weten welke regels van toepassing zijn, is het belangrijk om het verschil tussen een bromscooter en een snorscooter te weten. Een scooter kun je vaak in beide uitvoeringen krijgen en aan de buitenkant zie je dan ook nauwelijks verschil. Het verschil zit hem dan ook vaak in de begrenzer, dezelfde scooter kan zo net zo makkelijk een brom- als snorscooter zijn. Zie je bijvoorbeeld een unieke Vespa rijden, kun je niet zomaar zeggen dat dat een brom- of snorscooter is. Je ziet het verschil aan het kentekenplaatje: bij een bromscooter is die geel en bij een snorscooter is deze blauw. Een bromscooter valt voor de regels dan ook on de bromfietsen, een snorscooter, logisch, onder de snorfietsen. Voor beide categorieën heeft de overheid de regels op een rijtje staan.

Bromscooter: nooit op het fietspad

Een bromscooter is dus een bromfiets, herkenbaar aan de gele kentekenplaat. Met een bromscooter mag je maximaal 45 km/u en je moet verplicht een helm op. En met een bromscooter mag je dus níet, nergens, op het fietspad. Je moet op een speciaal bromfietspad rijden (dit is aangegeven met borden) waar ook fietsers en snorfietsen rijden. Als die er niet is, moet je verplicht op de rijbaan tussen het andere verkeer.

Overigens is je maximale snelheid niet overal 45 km/u, dit is namelijk afhankelijk van waar je rijdt:

  • Op de rijbaan is dat 45 km/u
  • Op een bromfietspad binnen de bebouwde kom mag je maximaal 30 km/u
  • Op een bromfietspad buiten de bebouwde kom is de maximale snelheid 40 km/u

Snorscooter: verschillende regels

Een snorscooter herken je dus aan het blauwe kentekenplaatje. Met een snorscooter mag je maximaal 25 km/u en een helm is, vanwege deze snelheid, niet verplicht. Met een snorscooter mag je in principe op het fietspad rijden. Toch is hier de laatste tijd veel om te doen geweest, omdat gemeenten en andere wegbeheerders mogen bepalen dat snorscooters niet meer op het fietspad mogen, bijvoorbeeld omdat het te druk is op de fietspaden. Dit wordt aangegeven met een speciaal verkeersbord en als je op de rijbaan moet rijden, moet je ook verplicht een helm op. Dus ook al rijd je minder hard, is een helm dan wél verplicht. In Amsterdam is deze regel in april 2019 ingegaan. Niet iedereen is er blij mee, vanwege de lage snelheid vinden velen dit gevaarlijk.

Voor de bromscooters zijn de regels dus best duidelijk, voor de snorscooters een stuk minder. Dit komt omdat lokaal bepaald mag worden of je wel of niet op het fietspad mag. De boodschap is: let op de borden, daar staat op waar je moet rijden. En neem dus voor de zekerheid altijd een helm mee…

Nederlands voetbal en gokfraude: wat is de stand?

In 2016 kwam naar buiten dat het, na gedaan onderzoek, officieel was vastgesteld dat er ook in Nederland sprake is geweest -en mogelijk is- van matchfixing of gokfraude. Destijds ging dat onderzoek over de wedstrijd van Willem II tegen FC Utrecht op 9 augustus 2009. Ibrahim Kargbo, destijds speler van Willem II, bleek een afspraak te hebben gemaakt met matchfixer Wilson Raj Perumal over verlies van Willem II in deze wedstrijd. Dit werd bekend na onderzoek van de integriteitseenheid van de KNVB. Hoe zit het precies met het Nederlands voetbal en gokfraude? Dat vertellen we je in dit artikel.

Het Nederlandse voetbal is toch niet onschuldig

Langere tijd was er nog de hoop dat het Nederlandse voetbal onschuldig bleek. Uit meerdere landen binnen Europa was namelijk al naar buiten gekomen dat er sprake was geweest van gokfraude. Nederland was een van de laatste landen binnen Europa die toch ook niet onschuldig bleken te zijn op dit gebied. Je zou zeggen dat het ook niet bepaald slim is om dit te doen wanneer je ook gewoon op een veilige en legale manier een gokje kan wagen in een online casino. Maar uiteraard gaat het hierbij vaak om personen die diep in de wereld van het voetbal zitten.

Internationale samenwerking

Na dit eerste officiële vastgestelde geval van gokfraude binnen het Nederlandse voetbal roept de KNVB op tot betere internationale samenwerking op het gebied van de aanpak van gokfraude binnen het voetbal. Als voorbeeld noemde de KNVB destijds dat veel informatie al in 2012 bekend was bij instanties in Finland, maar dat die informatie in Nederland pas in 2015 bekend was. Dat soort zaken willen ze voorkomen en na dit geval zijn er dan ook meerdere bijeenkomsten geweest waarbij de internationale samenwerking besproken en als het goed is verbeterd is.

Speciale opsporingseenheid

Verder pleit de KNVB voor een speciale opsporingseenheid wat betreft gokfraude binnen het voetbal. De eenheid die we eerder noemden kwam veel op het spoor, maar miste bepaalde bevoegdheden waar de KNVB tegenaan liep. Zo had de eenheid ook geen middelen om Kargbo en Perumal te straffen en had de eenheid geen bevoegdheid om informatie of medewerking te eisen. Die speciale opsporingseenheid waar de KNVB voor pleit zou deze bevoegdheden dan dus wel moeten krijgen.

Strafbaarstelling

Tot slot ligt er volgens de KNVB een rol voor de politiek bij het bestrijden van gokfraude binnen het voetbal. Volgens hen is het zeer belangrijk dat de politiek gaat onderzoeken hoe het zit met de strafbaarstelling van matchfixing en gokfraude binnen het voetbal. Op dit moment is er namelijk geen eenduidige strafrechtelijke bepaling op grond waarvan matchfixing in alle gevallen effectief bestraft kan worden.

Op dit moment is er dus nog veel onduidelijk over hoe de aanpak van gokfraude binnen het Nederlandse voetbal eruit zal gaan zien. Daarnaast is er nog geen duidelijk beeld van de omvang van de gokfraude binnen het Nederlandse voetbal. Zonder goed toezicht zal dit er voorlopig ook nog niet zijn. Er is dus alles aan gelegen om de oproep van de KNVB op te volgen!

Mocht je de nieuwe Netflix serie ‘Formula 1 – drive to survive’ nog niet gezien hebben, dan moet die zeker op je kijklijst. Formule 1 is hot en happening, en niet alleen omdat ‘onze’ Max het hartstikke goed doet (hallo podiumplaats in Australië!). Bij het wedden op Formule 1 wordt door Nederlanders vaak toch nog gehoopt dat Max een eerste plaats behaald.

Het leven van een formule 1. Coureur valt zeker te scharen in het rijtje topsport: het neemt je hele levensstijl over en vergt volle aandacht en toewijding. Waar je als coureur goed in moet zijn, waar je vooral niet goed in moet zijn en kortom, wat de eigenschappen moeten zijn die je als coureur zeker in je mars moet hebben? Deze:

  1. Een gezonde mentaliteit

Wist je dat F1 coureurs ontzettend getrainde spieren nodig hebben? Door alle G krachten die je de bochten door slingeren moet je nek omgaan met ontzettend veel klappen en stoten. Dat is sowieso een aanslag op je lijf, maar door de wedstrijd in te gaan met een (goed) getraind lijf kun je de schade beperken.

 

  1. Snelle en sterke reflexen

In de auto maak je snelheid. Niet zo’n beetje ook. Dat vraagt ook om ontzettend snelle reflexen. Wist je dat de snelste pitstop ooit, geclaimd door Mercedes, maar liefst uitgevoerd werd in 1,83 seconden? Wetende dat er zo’n 30 mensen meewerken aan een pitstop is het bizar dat er in die korte tijd banden vervangen worden en/of de tank bijgevuld wordt?

 

Ook achter het stuur moeten je reflexen snel en goed zijn. Je moet snel doorhebben wat er om je heen gebeurt, en hier ook direct op kunnen anticiperen.

 

  1. Kunnen presteren onder druk

De race gebeurt, ook als jij er niet bij bent of kunt zijn. Er is één moment waar je op moet pieken en dat brengt de benodigde druk met zich mee. Dat betekent dat je om moet kunnen gaan met. De benodigde stressen goed moet kunnen presteren onder druk. Uit onderzoek van onderzoekers van Ford en King’s College Londen kwam het resultaat dat het brein van professionele coureurs bij hoge snelheid en met sterke focus tot 40% beter presteerde dan een ‘normaal’ brein.

 

  1. Multitasking

Terwijl je je misschien aan het focussen bent op wat de race van je leven zou kunnen zijn, krijg je ook nog eens hartstikke veel informatie in je oortje door.

 

  1. Ambitie

Als jonge coureur moet je beschikken over een gezonde dosis motivatie en ambitie. Je wordt immers geen succesvolle topsporter als je niet de ambitie hebt om te winnen. Je doet er immers alles voor om op die #1 plek op het podium te kunnen staan. Niet gek dat veel coureurs na een verlies soms even bij moeten komen of geïrriteerd of boos zijn.

 

  1. Jong geleerd…

…   lijkt wel een vereiste voor een coureur. De meest succesvolle coureurs zijn allemaal als kleine jochies begonnen en in hun leven doorgegroeid in hun talenten. Max Verstappen is al jaren een grote naam, maar pas 21 jaar oud. Is dit de start van een levenslange grote carrière?

 

  1. De belangrijkste

Toch wel een handige: als Formule 1 coureur heb je natuurlijk een rijbewijs nodig. (;

Max Verstappen is in Nederland in korte tijd uitgegroeid tot een ware volksheld. We zijn maar wat trots dat ons landje zo’n jonge en getalenteerde coureur voort heeft weten te brengen. Als Nederlanders zijn we dus behoorlijk bevooroordeeld over de talenten van Max Verstappen. Maar ondanks dat we in Nederland wel overtuigd zijn van het feit dat Verstappen een goede coureur is, zijn ze dat in het buitenland net zo goed. Sterker nog: zijn snelheid wordt al als uniek bestempeld. Maar wat maakt dan dat Max Verstappen echt zo’n goede coureur is? We leggen het je in dit artikel graag verder uit.

 

Snel op meerdere manieren 

Dat Verstappen soms moet wachten op goede momenten en omstandigheden, zoals Weddenopsport.eu uitlegt, betekent niet dat Verstappen niet snel is. Sterker nog: hij is heel erg snel en dat op meerdere manieren. Daarmee is Verstappen behoorlijk uniek. Hij is namelijk snel over één ronde als over een volledige race afstand. Dit wordt toegeschreven door experts aan zijn zachte en vloeiende rijstijl. Daarnaast beschikt hij over bepaalde kenmerken die andere grote coureurs in het verleden ook al lieten zien. Hij kan behoorlijk agressief rijden in duels met andere coureurs en is niet bang om de randen van de regels op te zoeken.

 

Het geheim van zijn snelheid 

Uiteraard zijn er allerlei experts uit de motorsport die goed hebben gekeken naar de rijstijl van Verstappen. Zo ook coach en voormalig coureur Scott Mansell. Hij noemt de rijstijl van Max een ‘genot om naar te kijken’. Zoals we eerder al zeiden heeft Max een zachte en vloeiende rijstijl, wat ook Mansell beaamt. Doordat hij zo subtiel rijdt is het voor tegenstanders moeilijk in te schatten wat hij op bepaalde momenten gaat doen. Dat maakt hem dus onvoorspelbaar. Verder hanteert Max vierkante racelijnen, wat betekent dat hij zo lang mogelijk in een rechte lijn blijft rijden en pas op het allerlaatste moment instuurt voor een bocht.

 

De stijl van Max heeft voor- en nadelen, zoals elke stijl dat heeft. Hij kan dankzij zijn rijstijl langer op snelheid blijven maar moet bijvoorbeeld wel harder remmen. Voordeel van zijn rijstijl is wel dat hij meer zichzelf meer ruimte geeft om een foutje op te kunnen vangen. Hierdoor heeft hij ook ruimte om zich bezig te houden met andere aspecten van de race waardoor hij ook op deze andere vlakken goed presteert.

 

Talent

Toch wordt ook door Mansell het talent waarover Verstappen beschikt niet vergeten. Hij schetst samenvattend waarom Max zo’n op vallend goede coureur is. Namelijk vanwege zijn aangeboren talent, uiteraard de aangeleerde technieken en voor een deel vanwege het feit dat hij niet gelooft in grenzen. Volgens Mansell is dit laatste aspect echt iets waar Max Verstappen zich mee onderscheidt en een aspect waarmee hij overeenkomt met andere grote kampioenen zoals Schumacher. De tijd zal leren of Max ook ooit zo succesvol wordt.

 

Hij beschikt dus echt over de instelling om ooit Wereldkampioen te worden. En als Nederlanders geloven wij daar natuurlijk heilig in!

Hoe zijn de eerste spelen ontstaan?

Spelen is al veel ouder dan veel mensen denken. In de evolutie speelt het zelfs een belangrijke rol. Kijk maar eens naar hoe dieren met elkaar omgaan. Is er sprake van een veilige omgeving, voldoende voedsel en is er tijd om andere dingen te doen? Dan zal je zien dat dieren met elkaar beginnen te spelen. Voor jonge dieren is het een manier om dingen als het jagen op prooidieren onder de knie te krijgen. Zo zijn de eerste spellen ook al heel erg oud. Een groot deel van het speelgoed waar kinderen van tegenwoordig mee spelen stamt uit werkelijk oeroude tijden.

De functie van spelen

We noemden al even dat spelen ook daadwerkelijk een functie heeft. Voor kinderen is het een uiterst belangrijk middel om hun positie in een groep te bepalen en te verkennen. Door te spelen met anderen leert een kind wat de grenzen zijn van geaccepteerd gedrag. Daarnaast is spel een manier om een uitlaatklep te creëren voor agressie en om te leren gaan met agressie. Verder bevordert het, net als bij dieren, de coördinatie van bewegingen en het ruimtelijk inzicht. Tijdens het spelen worden ook allerlei emoties verwerkt. Denk aan een spel met poppen of met auto’s, daarbij komen allerlei gevoelens kijken. Net als bij een gezelschapsspel. Woede en blijdschap die bij winnen en verliezen horen bijvoorbeeld.

Het allereerste speelgoed

Bij spelen maken we ook gebruik van spullen. Het alleroudste speelgoed heeft naar alle waarschijnlijkheid bestaan uit zaken die in de directe omgeving van de mens te vinden was destijds. Denk aan zaken als schelpen en steentjes. Maar hier bleef het niet bij. Tijdens opgravingen in Egypte zijn kindergraven gevonden uit de tijd van de farao’s die terracotta poppen, beestjes en tollen bevatten. Speelgoed is op deze manier langzaam maar zeker ontstaan en begon ooit als spullen die bij bepaalde rituelen werden gebruikt.

De ontwikkeling van speelgoed

Speelgoed heeft zich in al die tijd alleen maar doorontwikkeld. Zo beschrijft Roulette-spelen.nl de korte geschiedenis van online casino’s, waarvan het ontstaan toch ook alweer uit 1994 dateert. Verder zie je tegenwoordig steeds meer games die online worden gespeeld en waarvoor je de deur niet uit hoeft. Er worden hele online werelden gemaakt waarin je urenlang kunt spelen.

Daar is natuurlijk veel aan vooraf gegaan. In de zeventiende eeuw werd dankzij schilderijen duidelijk dat speelgoed in Nederland een steeds belangrijkere rol innam. In de achttiende eeuw kwam er weer meer aandacht voor de ontwikkeling van kinderen. Dat had ook invloed op de manier van spelen en het speelgoed dat gebruikt werd. Volwassenen gingen immers anders kijken naar de functie van spelen en speelgoed. In de negentiende eeuw was er de massaproductie die het mogelijk maakte om enorm veel en betaalbaar speelgoed te maken. Zo zijn we door de tijd langzaam maar zeker aangekomen bij de huidige tijd waarin het speelgoed en het spelen er weer heel anders uitzien.

De vraag is waar we over nog eens honderd jaar zullen zijn op het gebied van spelen en speelgoed!